Staat Rome het oude Missaal weer toe? (16-6-2000)

Een visie uit 2000 gepubliceerd in  Katholiek Nieuwsblad op 16 juni van dat jaar.

Het vieren van de Eucharistie volgens het Romeinse Missaal van voor het Concilie zou weer moeten worden toegelaten. Dat bepleit de prefect voor de Congregatie voor de Clerus en tevens president van de Pauselijke Commissie Ecclesia Dei, kardinaal Dario Castrillon Hoyos. In het Oostenrijkse weekblad Profil verklaarde de kardinaal dat hij de traditionalisten, die aan de viering van voorconciliaire liturgie hechten, weer midden in de Kerk wil hebben.

Sinds de afkondiging van het Romeinse Missaal van Paulus VI in 1969 was het gebruik van het Romeins Missaal van 1962 slechts toegestaan voor de ‘missa privata’ van oudere en zieke priesters. Vanaf 1984 was het gebruik ervan afhankelijk van een indult, een speciale toestemming, van de diocesane bisschop. Midden jaren tachtig wilde paus Johannes Paulus II het gebruik van de oude mis weer algemeen toestaan, naast de nieuwe mis van Paulus VI. Vanuit de Romeinse Curie werden de grote Europese bisschoppenconferenties getipt over de voornemens van de paus. De conferenties (vooral de Fransen en Duitsers) hadden bezwaren en de voornemens van de paus gingen niet door.

Moeilijke situatie
In 1988 wijdde aartsbisschop Marcel Lefèbvre zonder toestemming van de paus nieuwe bisschoppen. Daardoor kwam de traditionele beweging van Lefèbvre in een schismatieke situatie terecht. Het antwoord van paus en curie op deze schismatieke handeling van Lefèbvre was de oprichting van de Pauselijke Commissie Ecclesia Dei. Deze zou zich moeten inspannen om het indult voor het gebruik van het Romeins Missaal van 1962 zo ruim mogelijk te doen toepassen. Door toedoen van de Ecclesia Dei werd o.a. de Zuid-Franse Benedictijner abdij van Le Barroux opgericht. Een aantal clerici uit de beweging van aartsbisschop Lefèbvre, die niet mee wilden in de schismatieke situatie waarin de clerus van Econe toen was terecht gekomen, richtten met behulp van dezelfde pauselijke commissie de priesterbroederschap ‘Sint-Petrus’ op, net als Le Barroux volgens pauselijk recht.

Toenemende belangstelling
Sommige curieprelaten dachten dat de behoefte aan de voorconciliaire liturgie vanzelf zou uitsterven. Niets bleek minder waar.
Een herdruk van het Romeins Missaal van 1962 bleek een bestseller, nota bene verkrijgbaar op nog geen honderd meter van het Vaticaan. De heruitgave was geregeld door de onlangs gestorven kardinaal O’Connor van New York. Hetzelfde gebeurde in de Vaticaanse boekhandel met studiepockets van het ‘oude’ Missaal.
In de Verenigde Staten van Amerika, in Canada, in Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk wint de traditionele preconciliaire liturgie terrein, vooral bij jongeren en jonge gezinnen, dankzij lokale bisschoppen, die hun eigen pastorale verantwoordelijkheid nemen conform het motu proprio Ecclesia Dei.

Roepingen
De priesterbroederschap Sint-Petrus heeft over roepingen niet te klagen. Momenteel bouwt zij twee nieuwe seminaries: een in het Zuid-Duitse Wigratzbad en een in Denton, in de Amerikaanse staat Nebraska, met de welwillende toestemming van de locale bisschoppen.
De gemiddelde leeftijd van de Benedictijnen van Le Barroux ligt ruim onder de 40 jaar en het aantal jonge priesters dat daar bij pater Gabriel de oude Mis komt leren celebreren volgens de Romeinse Missaal van 1962 neemt van jaar tot jaar toe. Een van de Nederlandse priesters (en leerling van pater Gabriel) vertelde in Le Barroux, dat hij ooit bisschop Bär de Mis uit het Romeins Missaal van 1962 voor de eerste keer had zien opdragen in Schiedam en dat dat hem nooit meer had los gelaten. Voor jonge priesters is deze Misritus meestal onbekend.

Ruimhartigheid
Kardinaal Castrillon Hoyos staat bepaald niet alleen met zijn pleidooi voor de oude Mis. Eind vorig jaar drong de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline der Sacramenten bij alle bisschoppen aan om het gebruik van het Missaal van 1962 ruimhartig toe te staan wanneer daarom gevraagd wordt.
Onlangs bezocht kardinaal Godfried Danneels van Mechelen/Brussel het Belgisch-Limburgse As, waar emeritus-professor pater dr. Karel van Isacker SJ jarenlang met indult volgens het oude Missaal de Eucharistie viert. Al eerder had emeritus-hulpbisschop van Roermond, Alfons Castermans, er in de Sint-Michaëlkapel gepontificeerd.

Steun
Begin dit jaar publiceerde de Duitse curiekardinaal Joseph Ratzinger, prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer een opvallende studie De geest van de liturgie (ISBN 3-451-27247-4). Daarin doet hij een aantal pittige uitspraken. Onder andere over het altaar en de gebedsrichting in de liturgie; het bewaren van het Allerheiligste; de ‘actuosa participatio’ dikwijls onvolledig vertaald met actieve deelname in de liturgie en de liturgische houding van het staan, zitten en knielen. De kardinaal constateert in het voorwoord dat “door de liturgische beweging en definitief door het Tweede Vaticaans Concilie het fresco van de grote liturgische traditie werd vrij gelegd. Wij waren een ogenblik gefascineerd door de schoonheid van zijn kleuren en figuren. Maar intussen is het fresco door klimatologische omstandigheden, alsook door allerlei restauraties of reconstructies in gevaar en dreigt voorgoed vernield te worden, wanneer niet snel het nodige gedaan wordt om deze schadelijke invloeden een halt toe te roepen.”

Afgehaakt
Sinds de invoering van de nieuwe Mis-ordo door Paulus VI in 1969 zijn miljoenen katholieken afgehaakt. Zij werden blijkbaar niet aangesproken door de nieuwe ordo, waarin het hart van de traditie was ingeleverd voor archeologische restauraties of rationele reconstructies. Sommige gelovigen, die religieus niet verder konden zonder het hart van die traditie, trokken naar plekken waar de oude liturgie nog te vinden was. Gechargeerd gezegd is de grote massa geheel en al afgevallen.
In Frankrijk is de scheidslijn binnen de katholieke Kerk tussen ‘modernisten’ en ‘traditionalisten’ heel duidelijk. Eind mei vond in Parijs een symposium plaats met het thema: ‘Tradities in de Kerk; wie heeft de waarheid?’ Vrij snel bleek dat aan beide kanten oprechte zorg bestaat over hun controversen met de andere richting. Pater Pareyd SJ, gedelegeerde van de Franse bisschoppen voor het onderwijs, onderstreepte onder meer de diepe veranderingen bij de nieuwe generaties priesters en seminaristen. Daarmee bedoelde hij te zeggen, dat die waargenomen veranderingen zich kenmerkten door een oprecht en nauwelijks emotioneel geladen zoeken, alsook door een absoluut respect voor de overtuigingen van anderen. Hij gaf bovendien onomwonden toe dat het loslaten van de traditie niet gestoeld was op doctrinaire noch op morele gronden, maar zuiver en alleen was gebaseerd op canonieke en administratieve reden.

Eenheid
Met het oog op de verslechterende situatie van de Kerk in Frankrijk, onderstreepten een aantal mensen uit het talrijke publiek dat de Kerk zich de grote controversen tussen ‘modernisten en traditionalisten’ niet meer kan veroorloven. Binnen 25 jaar nam het aantal katholieke priesters in Frankrijk af met 16.000. Het catecheseonderwijs bereikt nog 35 procent van de katholiek gedoopte kinderen, in enkele diocesen slechts 15 procent.
Zo’n 82 procent van de jonge Fransen ziet het gezin als iets belangrijks. Maar bij diezelfde jonge Fransen ziet nog slechts 10 procent iets in de katholieke godsdienst. Met het oog op deze geloofsafval is het ook in Frankrijk voor de Kerk dringend noodzakelijk om opnieuw vrede te sluiten met haar eigen traditie, anders zullen alle oecumenische inspanningen voor de eenheid onder de christenen niet alleen onwerkelijk blijken, maar zelfs ietwat postmachiavellistisch worden.

Ut unum sint, dat zij een mogen zijn, was een van de meest recente encyclieken van paus Johannes Paulus II. Een gedeelte van de top van de Romeinse Curie begint eindelijk te snappen wat dat wil zeggen.  (SA)

Dit bericht is geplaatst in Sine fine met de tags . Bookmark de permalink.