Prakkezaties over enkele zinnetjes over Servatius van Gregorius van Tours

DICITUR DE SERVATIO: ECCE VERE ISRAELITA IN QUO DOLUS NON EST

door Sef Adams

Genoteerd ter gelegenheid van het begin van de Maastrichtse heiligdomsvaart van 2011.

Op 20 mei wordt in de officia propria sanctorum… dioecesis Ruraemundensis (1948) de octaafdag gevierd van het feest van Servatius, bisschop en belijder, althans ubi est Titularis vel Patronus, dus in Maastricht, Nunhem en Vaesrade. In les 4 van de 2e Nocturne van die dag lezen we het merkwaardige verhaal over het ‘sneeuwwonder’ op het graf van Sint Servaas, opgetekend in het laatste kwart van de 6e eeuw in het Liber de Gloria Confessorum, c.71 van Gregorius, bisschop van Tours (574-594).

In deze Lectio IV staat een opvallende zin: “Datur enim intelligi verum Israelitam hunc esse – Dit wordt immers aangegeven om te begrijpen, dat hij een ware Israëliet is”. En die ‘hij’ is dus Servatius, die daar begraven is.

De aangegeven zin van Gregorius is een duidelijke verwijzing naar een citaat uit het Johannes-evangelie (1,47), waar Jezus tot Natanaël zegt: “Ecce vere Israelita, in quo dolus non est – dat is waarlijk een Israëliet, in wie geen bedrog is”. Deze evangelische kwalificatie is volgens Gregorius van Tours en ook het Brevier van het bisdom Roermond (tot de rubriekenverandering van 1960, die o.a. de octaafviering afschafte) van toepassing op Servatius, bisschop en belijder. (Het nieuwe Brevier van 1988 vermeldt overigens de eeuwenoude en betekenisvolle belijdertitel van Servatius niet meer.)

Bezien we de bedoelde Natanaël uit Cana in Galilea van meer nabij. Hij is dezelfde als Bartolomeüs, die meestal samen met Filippus van Betsaïda in de Apostellijsten van de Evangelies wordt vermeld (Marc 3,18; Mat 10,3; Luc 6,14) en ook in de Handelingen (1,13), maar daar is Matteüs zijn kompaan. Behalve een ‘ware Israëliet’, zoals Jezus hem noemt, moet Natanaël ook een kritisch persoon zijn geweest. Want toen Filippus hem (Natanaël) wees op de man, over wie Mozes en de profeten volgens hem hadden gesproken, was zijn nogal sceptische opmerking, daarbij doelend op Jezus: ‘Uit Nazareth, kan daar iets goeds vandaan komen?’ Overigens was deze Natanaël heel toegankelijk voor het gewone argument, toen Jezus hem even later aantoonde, wie hij was. Deze Natanaël (Bartolomeüs) werd de laatste van de eerste vier leerlingen van Jezus: Simon-Petrus, Andreas, Filippus alle drie uit Betsaïda en Natanaël uit Cana (Joh 1,45-51). Deze Natanaël was ook bij de ontmoeting van Jezus met zijn zeven leerlingen, na de verrijzenis bij het meer van Tiberias (Joh 21,1-13). Ondanks dat Natanaël als een van de vissende Apostelen en hun wonderbare vangst wordt genoemd, betekent zijn Aramese bij- of achter-naam: zoon (bar) van de ploeger (tolmai). Het Hebreeuwse Natanaël zelf betekent Godsgeschenk en kan zijn eigen of voornaam geweest zijn. Meer lijkt er niet te vinden in de nieuwtestamentische bronnen.

De 4e eeuw noemen we de eeuw van Sint Servaas. Wel, in 301 werd Armenië officieel christelijke en was daardoor de eerste christelijke staat in de geschiedenis, nog voor het Romeinse Rijk van Constantijn de Grote dat werd. De Armeense traditie vertelt dat de Taddeüs en Bartolomeüs de eerste apostolische geloofsverkondigers zijn geweest in het Armeense vaderland. De relieken van Bartolomeüs werden rond 400 vereerd in het Armeense Maiperquat (Mayyafarquin bij het Van-meer in Oost-Turkije). Bartolomeüs geldt als patroon van de Armeniërs. In de 6e eeuw (de eeuw van Gregorius) werden relieken overgebracht naar het eiland Lipari in Sicilië (580) en in de 9e eeuw (dus ná Gregorius van Tours!) naar Beneventum in Apulië (838) en tenslotte op aandringen van keizer Otto III naar de aan Bartolomeüs toegewijde kerk op het Isola Tiberina te Rome (983). Als historische gebeurtenis is de kerstening van Armenië het werk geweest van koning Tiridates III en Gregorius Illuminator (Grigor Lusavoric).

Aldus is het niet uit te sluiten dat Gregorius van Tours met het zinnetje “Datur enim intelligi verum Israelítam hunc esse” in zijn Liber de Gloria Confessorum niet alleen heeft willen zeggen, dat Servatius uit het eerste christelijke land in de geschiedenis kwam, uit het land waar Natanaël geloofsverkondiger was en wordt vereerd en patroon is, maar ook dat Servatius’ leven (en verering) analoge patronen heeft met het leven en de verering van Natanaël Bartolomeüs, patroon van de Armeniërs.

Bijna 500 jaar na het bovengenoemd ‘zinnetje’ van Gregorius, duikt in Maastricht het expliciete bericht op dat Servatius uit Armenië afkomstig is. In de legenda Servatiana wordt in een van de hymnen gesteld: “|Ab Armenia Christus hunc direxit, Tungris orantem Angelus erexit et ab altari virgam pastoralem illi porrexit”. Aldus werd Servaas door Christus zelf uit Armenië naar onze streken gedirigeerd, omdat hij door Hem geroepen was. De eerste, die dat in de heden nog beschikbare bronnen meldt, is Jocundus, die in de periode 1066-1088 zijn Vita Sancti Servatii schreef. Jocundus baseerde de Armeense afkomst van Servaas op een geschrift van de priester Alagrecus, die ca. 1010 vanuit Jeruzalem naar het graf van Sint Servaas pelgrimeerde en daar zijn bevindingen achterliet. Deze Alagrecus en ook Jocundus bevestigen, wat door Gregorius van Tours al 500 jaar werd gemeld of minstens als zodanig aangeduid: “Dicitur de Servatio: ecce vere Israelita in quo dolus non est – van Servatius wordt gezegd: Zie, dat is waarlijk een Israëliet in wie geen bedrog is”.

Dit bericht is geplaatst in Sine fine. Bookmark de permalink.

2 reacties op Prakkezaties over enkele zinnetjes over Servatius van Gregorius van Tours

  1. Maria schreef:

    Indrukwekkende verhandeling, welke niet alleen tot nadenken stemt, maar een verkwikkende helderheid geeft, ongetwijfeld ook aan de vele dwaallichten. Chapeau voor het artikel. Het artikel geeft rust en activeert nu eens, naast het vele uiterlijke vertoon, een innerlijke devotie voor deze Heilige Servatius.

  2. peter adams schreef:

    “Qui scribit,bis legit “en daar ben ik nu mee bezig. het is de moeite waard.

Reacties zijn gesloten.