Paus Franciscus’ catechese over het Oliesel/Ziekenzalving (26-2-2014)

KN140303a(audiëntie)
Vaticaanstad 26 februari 2014.
WOORD VAN DE PAUS

Tijdens de algemene audiëntie van 26 februari op het Sint-Pietersplein sprak paus Franciscus over de Ziekenzalving in het kader van zijn catechesecyclus gewijd aan de Sacramenten.

Vandaag wil ik spreken over het Sacrament van de Zalving der zieken, waardoor we rechtstreeks in aanraking komen met Gods medelijden met de mens. In het verleden hoorde dit sacrament bij ‘de Laatste Sacramenten’ omdat deze gezien werden als geestelijke troost bij de dreigende nabijheid van de dood. Wanneer we nu spreken over de ‘Zalving der zieken’ worden we geholpen om onze visie te verbreden op de ervaring van ziekte en lijden in de horizon van Gods barmhartigheid.

Er is een Bijbels beeld dat het mysterie van de Zalving der zieken in al zijn diepte uitdrukt: het is de parabel van de Barmhartige Samaritaan (Luc 10,30-35). Iedere keer dat wij dit Sacrament vieren, nadert Jezus de Heer, in de persoon van de priester, degene die lijdend en ernstig ziek is of oud. De parabel zegt dat de barmhartige Samaritaan de wonden van de lijdende mens verpleegde door olie en wijn daarover uit te gieten. De olie doet ons denken aan de olie die elk jaar wordt gezegend door de bisschop in de Chrismamis van Witte Donderdag en bedoeld voor de Zalving der zieken. De wijn is echter zinnebeeld van de liefde en van de genade van Christus die ontspringt uit de gave van Christus’ leven voor ons en waarin heel de rijkdom van het sacramentele leven van de Kerk tot uiting komt. Tenslotte vertrouwt de Samaritaan de lijdende mens toe aan een herbergier, Deze dient voor die lijdende mens te zorgen ongeacht de kosten. Welnu, wie is deze herbergier? Het is de Kerk, de christelijke gemeenschap, wij allen zijn het, want elke dag vertrouwt de Heer ons toe onze aan lichaam en geest lijdende broeders en zusters, opdat wij verder mogen gaan met het onbeperkt uitgieten over hen van zijn hele barmhartigheid en verlossing.

Dit mandaat wordt uitdrukkelijk en heel precies herhaald in de Jakobusbrief, waar wordt aanbevolen: “Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen; zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in naam van de Heer. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden” (Jak 5,14-15). Het gaat dus om een praktijk die als bestond in de tijd van de Apostelen. Dus Jezus leerden zijn leerlingen om dezelfde voorliefde te hebben voor zieken en lijdenden als Hijzelf en gaf zijn leerlingen de volmacht en opdracht om in zijn Naam en volgens zijn hart troost en vrede te schenken door de bijzondere genade van dit Sacrament. Dit mag ons echter niet verleiden om tot elke prijs een mirakel te verlangen of ons in te beelden om steeds genezing te kunnen verkrijgen. Maar het geeft ons wel de zekerheid dat Jezus de zieke en ook de oude mens nabij is, omdat elke persoon ouder dan 65 jaar dit Sacrament kan ontvangen waardoor Jezus zelf ons meer nabij komt.

Als iemand ziek is, denken we soms: ‘Laten we de priester maar roepen!’ En dan hoort men ook wel eens zeggen: ’Nee, dat brengt ongeluk!’ of: ‘Nee doe dat maar niet, dat maakt de zieke bang!’. Waarom denkt men zo iets? Wellicht omdat het een beetje de idee is, dat na de priester ook de lijkwagen komt. Toch is dat niet waar. De priester komt om de zieke of bejaarde te ondersteunen; daarom is het bezoek van de priesters aan de zieken zo belangrijk. U dient de priester bij de zieke te roepen en hem te zeggen: ‘Kom en geef de zieke het Oliesel, zegen hem!’ Het is Jezus zelf die aan de zieke dan verlichting komt brengen, die de zieke helpende kracht en hoop geeft; en ook de zonden vergeeft. En dat is heel mooi! Men mag dus uit de Ziekenzalving geen taboe maken, want het is altijd mooi en goed om te weten dat wij in tijden van ziekte en smart niet alleen zijn: de priester en allen die bij de Ziekenzalving aanwezig zijn, vertegenwoordigen in feite heel de christelijke gemeenschap die zich als een enig lichaam schaart rondom de lijdende en zijn familieleden, hen voedt in geloof en hoop en hen ondersteunt door gebed en broederlijke warmte. Maar de grootste troost komt van het feit dat het Jezus zelf is, die zich in het Sacrament tegenwoordig stelt en ons en ook de zieke bij de hand neemt en eraan herinnert dat wij Hem toebehoren en dat niets – ook niet het kwade en de dood – ons ooit van Hem kan doen scheiden. Laten wij tot gewoonte maken de priester te roepen om onze zieken – ik bedoel niet influenzazieken die na drie, vier dagen genezen zijn, maar ik bedoel wanneer iemand ernstig ziek is – en ook onze ouderen om hen dit Sacrament toe te dienen dat zoveel troost en kracht van Jezus geeft om verder te gaan. Laten we dit doen!

Samenvatting en traductie Sef Adams

© copyright 2014 Sef Adams; het auteursrecht van deze samenvatting en traductie wordt ook ten aanzien van artikel 15 van de Auteurswet uitdrukkelijk voorbehouden!

Dit bericht is geplaatst in Sine fine. Bookmark de permalink.